Mijn apokalyps Ooit brak ik bibberende bergen
Trok ik met losse hand rechte paden wars van richting En doolhoven met duizenden uitvluchten Ooit tekende ik sekuur het wit van doeken Schreef ik encyclopedieën over onbestaande onderwerpen Bouwde ik steden zonder gebouwen. Toen ik de tijd kon plooien en de ruimte kon doden Raakte elke glimlach de kwinkslag van mijn sporen Had ik gelijk over de hele stippellijn Kleurde ik een regenboog van oprechte kleuren En hield ik uiteindelijk voor denkbaar Te kunnen schitteren zonder schijn. Hier is de versteende stilte: De laatste slag gestreden. Hier werd nergens Nu werd nooit.
0 Comments
Aubes
Le soleil se lève et couche sur toutes surfaces de longues absences. Le gel percute et se signe. Déjà, lentement, le jour cligne ses soirées. Les volutes d'Ingres des lubies d'hiver brisent mon coeur d'une ardeur illisible: les moeurs ont leurs saisons que la saison abhorre. -- Les volutes de la volupté L'opprobre approbation des possibles postiches (pastiches passibles) Les misères du mystère, alvéoles auréolées, Intimement infimes et affirmément infirmes’ S'apparentent aux abbérances (pittance de l'appétence). De ces narquoises ardoises, ornées et erronées Salades salaces sous la sapience des ses semblances. Si nos généraux généreux dessinent à dessein De si noueuses sinueuses, volatiles volatiles Aux fragrances fulgurantes qui nous embrassent et nous embrasent, L'amulette mulâtre, aérolithe d'orichalque (Objets de cul avez-vous donc une âme?) Leur défonce les défenses, encensoir à censeurs: Les repentis se répandent en réponses. Futile et furtif: l'intempestif du temps festif Méfaits ephémères ou ferments enfermés? L'induction onirique enduit en erreurs. À mort! Abhorre à tort? Alors adore! Un mot tard (amas tort): mort sur le tas, ô tares, ô maux, ô veilleuse inouïe! La conversation sera conservée si la versification est sevrée. -- Calendes C'est le joli mois de décombres Le Moi plein de griffes encombre l'ascenseur vers les chats faux Ça alors, le Ça fait caca dans les combles et le petit Surmoi s'est cassé la gueule dans l'esprit de l'escalier Il y a pépé qui déménage, donnons-lui donc une belle chemise. -- Profession: fidèle Marchons à la surface, René: Tu es pierre éclose d'autres pierres Et sur toi j'abattrai ma nef de réglisse (Tu as la pêche il reste du pain, pas besoin de brioches) J'ai toujours su la Mélanésie. L'eusses-tu cru? -- Un poney des porneaux Elles est rongées dans la mansarde de leurs âme Elles n'a qu'une face et quelques points de profil Mais de dos on ne voit que des trous dans des trous, vide de creux, tignasse à se perdre J'aimerais être l'horizon qu'elles veut hélas atteindre Mais je me contenterai d'une tasse d'été effleurée par sa grandes lèvres. Vue de nuit, elles était bien gravide d'affairer ma corne d'aisance. -- Tentatives irréfléchies Peut-on Fermer un regard? Tendre un sourire? Ronger ses espérances? Manger une entente? Envisager des saveurs vides? Vider son visage? Nier l'impensable? Kiezelstenen
Van A tot Zuid Braille lezen met je tenen. -- Malpertuis Neergevleide Engelen Verslaafd aan teveel Met een blik vol ogen De lever zoals het is met leiden en lijden Geketend en versteend, gestenigd en getekend De man van smarten als schurende nagels langs mijn doodskist. Vlees niets: immer onthouden wij om jullie te vergeten. -- Inkeer Mijn interactieve ik Trilt en beeft en gaat tekeer Als een duivel in een wijwaterput Klauwt en bijt en knelt In een kooi gemaakt van mijn botten. -- Mijn apokalyps Ooit brak ik bibberende bergen Trok ik met losse hand rechte paden wars van richting En doolhoven met duizenden uitvluchten Ooit tekende ik sekuur het wit van doeken Schreef ik encyclopedieën over onbestaande onderwerpen Bouwde ik steden zonder gebouwen. Toen ik de tijd kon plooien en de ruimte kon doden Raakte elke glimlach de kwinkslag van mijn sporen Had ik gelijk over de hele stippellijn Kleurde ik een regenboog van oprechte kleuren En hield ik uiteindelijk voor denkbaar Te kunnen schitteren zonder schijn. Hier is de versteende stilte: De laatste slag gestreden. Hier werd nergens Nu werd nooit. -- Monding Niets is er nog Noch is er nog niets Niet dat er nog iets is Edoch niets is niet nog Henoch zag alles. -- Voorwerpen van glorie Over een struik struikelen Over een zeef zeveren Over een mop mopperen Over een kan kantelen De aanvaring aanvaarden Fluisterend luisteren naar het dartelend gedaver Aarzelend raaskallen over mijn dartel kadaver Beknopt een belofte tot bloei ontknopen Luister: er klopt iets niet. Wat toont het verleden dan wat er niet meer leeft? -- Horizonde Jouw streling Maakt mij gras, Geborgen en getrokken In haar vrije zucht. Raakvlak van hemel en aarde: Onze spiegel van verlangen Onder één huid. Verlies
Hoe kan ik nog daveren in dit brakke lijf van gestolde hoop? Er is niets meer dan het wegwassen van de duinen. Ik had nog willen dwarrelen in de duistere dalen, heel af en toe stralend op een glinsterende piek. Wij flarden door een loden paradijs Als Braakliggende terreinen op zoek naar een verspeelde straat. -- Tegenvloed De maan wast de hebbende zee En trekt haar op aan zilten bretellen. -- Haiku voor vrachtwagenchauffeurs Stop als je een voertuig ziet Spiegel bedreigt en bedriegt Over afstand. |
Details
chasing the Snark into the fnords
Categories
All
Archives
October 2019
Borsky
Auditeur Réel du Collège de 'Pataphysique, Maybe Logician, Orde van de Blaasmachine in de Bâtafysica, Chorepiscopische Protonotaris, Zetetic Patagnost |